Deze en vorige week wordt in de Tweede Kamer de wet STROOM behandeld. In het wet wordt de 25% gemeentelijke bijdrage aan de verkabeling voorgesteld.
De leden van het Platform Hoogspanning hebben er weinig vertrouwen in dat er hoogspanningsleidingen onder gronds gaan wanneer de gemeentelijke bijdage overeind blijft. Dat zou de gemeenten waar verkabeld gaat worden miljoenen euros kosten, geld wat er meestal niet is. Gelukkig worden de gemeenten daarin gesteund door Kamerleden van de ChristenUnie, D66 en GroenLinks die pleiten voor socialisatie van de kosten over de transporttarieven.
Socialiseren betekent dat iedereen die stroom verbruikt iets meer gaat betalen voor de stoom. De minister zegt dat de meerkosten voor grootverbruikers in de miljoenen kan lopen. De totale meerkosten voor alle gebruikers bedragen echter maar circa 6 miljoen euro per jaar. Een groot bedrag, maar verdeeld over vele gebruikers kan dat nooit over mijloenen gaan voor een grootverbruiker. Kamerlid Dik-Faber heeft de minster om opheldering gevraagd over de excaxte kosten voor de grootverbruikers.
Positief is dat kamerlid Dik-Faber een andere motie heeft ingediend die het, waar technisch mogelijk, verkabelen van 220 en 380 kV lijnen mogelijk maakt. Dat is vooral van belang voor bijvoorbeeld de gemeente Zaanstad, waar onder een 380 kV verbinding niet verkabeld kan worden en heel veel woningen moeten worden uitgekocht. Verkabeling zou dan een veel betere oplossing bieden. Voor deze motie lijkt een meederheid te bestaan.
Volgende week dinsdag op 13 oktober stemt de Kamer over alle moties en amandementen.
Geef een reactie
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.