Vandaag heeft het Platform Hoogspanning in een gemeenschappelijke verklaring haar positie bepaald in het debat rondom de wet stroom waarin de verkabelingsregeling wordt vastgelegd. Hieronder vindt u de volledige verklaring.
GEMEENTEN EN BEWONERS ONDER HOOGSPANNINGSLIJNEN
DUPE VAN STROOMWET MINISTER KAMP (klik voor PDF)
Wonen onder hoogspanning
In 2005 is besloten om geen nieuwe woningen meer in de buurt van hoogspanningslijnen te bouwen. Sindsdien is een steeds luidere roep ontstaan om ook wat te doen aan hoogspanningslijnen in de buurt van bestaande huizen. Om deze reden is minister Kamp in het kader van de STROOM wetgeving van plan in de periode 2017-2022 huizen onder bepaalde hoogspanningslijnen uit te kopen en in de periode 2017-2032 andere hoogspanningslijnen in de buurt van woningen onder de grond te brengen (‘verkabelen’).
Kosten onterecht op gemeenten en bewoners afgeschoven
Het voorstel van minister Kamp voor verdeling van de kosten van verkabeling is teleurstellend. De minister wil dat netbeheerders 75% van de investeringskosten doorberekenen in de stroomprijs, maar dat gemeenten de rest van de kosten betalen, niet alleen de investeringskosten (25%), maar ook alle bijkomende kosten.
Deze forse bijdrage kan oplopen tot vele miljoenen euro’s per gemeente. Dat is onterecht, want de netbeheerder en niemand anders is verantwoordelijk voor een stroomnetwerk dat veilig is en op voldoende draagvlak kan rekenen. Zoals gebruikelijk is zouden de kosten om het netwerk te vernieuwen door alle Nederlanders en de netwerkbeheerder gezamenlijk moeten worden gedragen en niet door een kleine groep gemeenten waar het netwerk toevallig door- en overheen loopt. Bovendien wonen de bewoners vaak in huizen die er bij de aanleg van de lijnen al lang stonden.
Eerlijker en beter uitvoerbare regeling die bewoners ontziet. Om de regeling eerlijker en beter uitvoerbaar te maken, zou de minister het plan als volgtmoeten aanpassen:
- De kosten van verkabeling van hoogspanningslijnen die lopen over huizen gebouwd vóór introductie van het voorzorgsbeginsel in 2005 komen volledig voor rekening van de netbeheerder. Om grootverbruikers te ontzien kunnen de kosten gedeeltelijk worden betaald uit de ruime, door honderden miljoenen euro’s winst per jaar opgebouwde, reserves van de netbeheerder. Voor mogelijke Europeesrechtelijke bezwaren worden door de minister met de Europese Commissie proactief oplossingen gezocht.
- Als het niet mogelijk blijkt de kosten volledig door te berekenen in de stroomprijs, uit de reserves van de netbeheerder te putten of de regeling op een alternatieve manier te financieren, is de verwachting dat veel gemeenten afzien van deelname aan de regeling, omdat de kosten simpelweg niet op te brengen zijn. Dan schiet de regeling zijn doel voorbij. Dit geldt temeer voor relatief kleine gemeenten met een groot aantal te verkabelen kilometers, met als gevolg dat de inwoners van deze gemeenten ernstig benadeeld worden in vergelijking met bewoners van grotere gemeenten
Om deze redenen zou de netbeheerder op z’n minst:
- 75% van alle kosten van verkabeling voor zijn rekening moeten nemen. Dus niet alleen van de investering, zoals is voorzien, maar van alle kosten, waaronder projectkosten en herinrichtingskosten.
- coulance moeten betrachten door een groter deel van de kosten voor zijn rekening te nemen als sprake is van een relatief kleine gemeente met een groot aantal teverkabelen kilometers.
- de volledige kosten voor zijn rekening moeten nemen als hij sowieso van plan waste gaan verkabelen als gevolg van afschrijvingen van de hoogspanningslijnen in de periode 2017-2032. Dit zou vanzelfsprekend moeten zijn, maar is niet als zodanig in het wetsvoorstel geëxpliciteerd.
- Om bewoners waar mogelijk te ontzien is het ook van groot belang dat in de wet wordtopgenomen dat het verkabelingstracé met de minste impact op de leefbaarheid de voorkeur verdient. Liever een tracé om de gemeente dat langer is, dan een tracé dwars door de woonkern. In dat kader moeten ook bestaande lijnen waar mogelijk worden gekoppeld aan lopende trajecten, zoals Randstad 380 kV en Zuid-West 380 kV in Brabant. In de brief van februari 2015 over het Brabantse tracé, heeft minister Kamp aangegeven open te staan voor alternatieven. Dat zou ook ten aanzien van de verkabelingstracés moeten gelden.
- Het proces van verkabeling start in 2017 en loopt door tot 2032. Het is nu nog niet kostenefficiënt om 220 en 380 kV verbindingen te verkabelen, maar in de toekomst wel, vanwege innovatieve technieken die de komende jaren betaalbaar gaan worden. Om negatieve impact op de leefbaarheid door de uitkoop van huizen te voorkomen moet in de wet de mogelijkheid worden opgenomen om deze verbindingen in de toekomstig alsnog te verkabelen in plaats van de huizen waar die overheen lopen uit te kopen.
Nader onderzoek over mogelijke risico’s
Er bestaat op dit moment onduidelijkheid over welke mogelijke (gezondheid)risico’s wonen onder hoogspanningslijnen met zich mee zou kunnen brengen. Het Rijk moet nader wetenschappelijk onderzoek laten uitvoeren om uitsluitsel over deze risico’s te geven.
Geef een reactie
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.